Anesthesie en verdovingssoorten bij diverse patiëntengroepen
Anesthesie is een manier om pijn te beheersen tijdens een operatie of behandeling met behulp van medicijnen (anesthetica). Door middel van anesthesie ontspannen de spieren. De patiënt heeft bovendien geen pijn. De anesthesie valt toe te passen over een beperkt gebied van het lichaam (lokale anesthesie, plaatselijke verdoving), over een groot deel van het lichaam (regionale anesthesie) alsook over het hele lichaam (algemene anesthesie). Algemene anesthesie is echter meer dan alleen maar het in slaap brengen van de patiënt. Verdoofde hersenen reageren immers niet op pijnsignalen of reflexen.
Gesprek met anesthesioloog
Anesthesie klinkt erg angstaanjagend en velen hebben dan ook schrik om toch pijn te voelen, niet in slaap te geraken of juist niet uit de slaap te geraken. Daarnaast zijn zeker (jonge) kinderen vaak erg bang om een verdovingsprik te krijgen. De patiënt en/of de ouders van de kinderen krijgen echter op voorhand reeds een intakegesprek met de anesthesioloog waarin zowel patiënt en/of ouders als anesthesioloog allerlei informatie uitwisselen met als doel om de meest geschikte verdoving te vinden en de patiënt zo comfortabel mogelijk te krijgen voor, tijdens en na de operatie.
Voor elke patiënt anders
Anesthesie is heel specifiek en is voor elke patiënt anders. Zo zijn er allerlei technieken om anesthesie te geven aan kinderen en patiënten met overgewicht. Tevens staan de oogverdovingstechnieken niet stil. Ook roken heeft een invloed op de anesthesietoediening. De anesthesioloog kiest de meest geschikte vorm van anesthesie afhankelijk van de vroegere en huidige gezondheid van de patiënt, het type operatie, de resultaten uit vorige onderzoeken en de eventuele voorkeuren van de anesthesist.