Tropische infectieziekten in (sub)tropische klimaten
Tropische aandoeningen omvatten alle ziekten die uitsluitend of hoofdzakelijk voorkomen in de tropen of warme, vochtige gebieden. In zulke gebieden daalt de temperatuur van de koudste maand niet onder de achttien graden. Bekende voorbeelden van tropische aandoeningen omvatten malaria, leishmaniasis, schistosomiasis, onchocerciasis, lymfatische filariasis, de ziekte van Chagas, de Afrikaanse slaapziekte en dengue. Maar ook enkele zeldzame aandoeningen komen haast alleen voor in (sub)tropische klimaten.
Infectieziekten
Een aantal aandoeningen en met name infectieziektes, komen bijna uitsluitend voor bij patiënten die leven in armoede en slechte hygiënische omstandigheden. Veelal concentreren deze ziekten zich in ontwikkelingslanden. Onveilig water, een slechte huisvesting, slechte sanitaire voorzieningen maar ook contact met ontlasting en dode (wilde) dieren veroorzaken mogelijk een tropische aandoening. Ziektekiemen (bacteriën, virussen, schimmels en protozoën) komen via verschillende manieren het lichaam binnen met name via de huid of slijmvliezen (cutaan), via de lucht (aërogeen), via het bloed (hematogeen) en via het spijsverteringskanaal (enteraal). Knaagdieren, muggen, vliegen, wormen, luizen en vlooien zijn slechts enkele voorbeelden van overbrengers van de ziekte.
Andere aandoeningen
Ook de zon draagt mogelijk een steentje bij in de vorming van aandoeningen. Wanneer mesnen zich onvoldoende beschermen tegen de hitte, ontstaan bijvoorbeeld in tropische gebieden makkelijk de oogaandoeningen pinguecula, pterygium en fungale keratitis. Daarnaast treden in dergelijke gebieden bij sommige personen huidaandoeningen op zoals bijvoorbeeld lepra of Framboesia.